Radiofrequente ablatie van de facetgewrichten

Wat?

Onze wervelkolom bestaat uit wervels, op elkaar gestapeld als blokjes. Deze blokjes scharnieren ten opzichte van elkaar door de zogenaamde facetgewrichtjes. Dit zijn kleine gewrichtjes aan de wervellichamen, waarlangs fijne zenuwbanen lopen. Door overbelasting of slijtage kunnen zich ter hoogte van de facetgewrichten kleine veranderingen voordoen. Vaak gaat dit gepaard met artrose en/of een plaatselijke ontstekingsreactie. Op deze manier ontstaat er typische pijn over de wervelkolom.

Pijn uitgaande van de facetgewrichtjes in de hals (cervicaal) kan leiden tot nekpijn en kan uitstralen naar de schouder en de bovenrug. Vaak zijn er ook bewegingsbeperkingen van de hals. Ter hoogte van de hoge rug (thoracaal) zullen geïrriteerde facetgewrichten leiden tot pijn t.h.v de borstkas. Prikkeling uitgaande van de facetgewrichtjes in de lage rug (lumbaal) kan leiden tot een bandvormige lage rugpijn. Deze kan uitstralen naar het zitvlak, de liesstreek of de heupstreek.

Behandeling

Behandeling van de facetgewrichten start steeds met een diagnostische facetinfiltratie. Dit is een testinfiltratie/proefbehandeling, een manier om te bevestigen dat je pijnklachten afkomstig zijn van de facetgewrichten. Doel is door het inspuiten van lokale verdoving je pijn, gedurende een aantal uren, te laten verminderen.

Bij een positief effect, dat wil zeggen een belangrijke pijnvermindering, kom je in aanmerking voor een radiofrequente facetdenervatie. Deze behandeling vindt steeds plaats op een andere dag.

Bij een facetdenervatie worden de facetgewrichtjes met een radiofrequente stroom behandeld. Deze stroom wekt warmte op, die inwerkt op de zenuwen. Zo worden pijnprikkels geblokkeerd die via de zenuwbanen van de facetgewrichten naar de hersenen geleid worden. Door een ontzenuwing kan jouw pijn gedurende een langere periode verminderen. Een positieve diagnostische facetinfiltratie geeft een aanduiding, maar geen absolute garantie op succes bij een radiofrequente facetdenervatie.

Verloop

Zowel een diagnostische als een radiofrequente facetinfiltratie is een behandeling in daghospitalisatie. Reken op 2 uur aanwezigheid in het ziekenhuis. Voorzie je een chauffeur voor jouw vervoer naar huis na de behandeling. Aangezien de pijnbehandeling tijdelijke krachts- en gevoelsvermindering of duizeligheid kan geven, mag je de dag van de behandeling geen voertuig besturen. Breng steeds een lijstje van jouw thuismedicatie mee. Een behandeling op het pijncentrum is vaak opgenomen in de hospitalisatieverzekering als daghospitalisatie, breng dus de nodige documenten mee.

De verpleegkundige neemt je parameters (bloeddruk, pols en zuurstofsaturatie) en plaatst een waakinfuus (katheter in arm of hand) uit voorzorg. Als je reageert op bepaalde producten die tijdens de procedure toegediend worden, kunnen we snel en efficiënt medicatie toedienen. Gedurende de behandeling lig je op jouw buik. De juiste plaats van de infiltratie wordt opgezocht met behulp van röntgenstralen. De punctieplaats wordt ruim ontsmet, waarna de arts de huid plaatselijk verdooft. Nadien plaats de arts naalden ter hoogte van de facetgewrichten (gewoonlijk 3 verschillende niveaus).

Bij een diagnostische facetinfiltratie wordt er kortwerkende verdoving ingespoten. Het resultaat van deze test wordt beoordeeld 30 minuten na het inspuiten van deze plaatselijke verdoving. Indien de test positief is en je duidelijk minder pijn ervaart, wordt er een afspraak gemaakt voor een radiofrequente behandeling. Na enkele uren is de verdoving uitgewerkt en ervaar je opnieuw dezelfde pijn als voor de behandeling. Een tijdelijke toename van pijn is mogelijk. Je mag hiervoor steeds een pijnstiller nemen.

Een radiofrequente facetdenervatie verloopt op dezelfde manier als een diagnostische facetinfiltratie. Na toediening van lokale verdoving plaats de arts de naalden ter hoogte van de facetgewrichten. Om de positie van de naalden te optimaliseren, wordt er een test gedaan waarbij we gebruik maken van zwakke elektrische stroom. Wanneer de naalden op de juiste plaats staan, spuit de arts lokale verdoving in. Hierdoor zal je van de eigenlijke behandeling zeer weinig tot niets voelen. Na de infiltratie blijf je nog 30 minuten bij ons ter observatie. Als je je daarna goed voelt, mag je naar huis. De dag van de behandeling is het aangeraden geen belastende inspanningen uit te voeren. De dag na de behandeling mogen alle werkzaamheden hervat worden.

Het effect van een radiofrequente facetdenervatie is niet onmiddellijk voelbaar. Dit betekent dat je na de behandeling, als de plaatselijke verdoving is uitgewerkt, waarschijnlijk dezelfde pijn zal voelen als ervoor. Je kan zelfs meer pijn, zogenaamde napijn, ervaren. Dit komt doordat de reeds geïrriteerde en pijnlijke zone een behandeling kreeg, wat het extra gevoelig maakt. Deze napijn kan 2 weken aanhouden. Het is daarom van belang dat je, in samenspraak met jouw huisarts, je pijnstillers blijft innemen.

Het uiteindelijke effect van een radiofrequente facetdenervatie kan pas beoordeeld worden na 6 tot 8 weken. Er wordt rond dat tijdstip een controle-afspraak gepland. Tijdens deze (telefonische) raadpleging zal je arts beslissen welke verdere therapie nodig is. Een radiofrequente facetdenervatie zorgt er immers zelden voor dat je volledig pijnvrij bent. De bedoeling is een belangrijke pijnvermindering te geven, zodat je jouw dagelijkse activiteiten kan hervatten en minder pijnmedicatie moet nemen. Een radiofrequente pijnbehandeling richt zich op symptomen en werkt nooit genezend op de oorzakelijke afwijkingen binnen de wervelkolom. De behandelende zenuwen herstellen zich dan ook na verloop van tijd, zodat bovenstaande procedure herhaald kan worden.

Mogelijke bijwerkingen

Complicaties komen zelden voor. Er zijn echter aan elke procedure risico’s.

De meest voorkomende zijn:

  • Tijdelijk pijn of een gevoelsvermindering op de plaats van de inspuiting
  • Reactie op de lokale verdoving: daling van de bloeddruk, allergische symptomen
  • Een bloeding, door het raken van een bloedvat, vormt geen probleem wanneer je geen bloedverdunners neemt of deze tijdelijk hebt stopgezet
  • Een kleine kans op infectie en zenuw- beschadiging
  • Bij infiltraties op thoracaal niveau kan het longvlies geraakt worden, waardoor een klaplong kan ontstaan